Over dit boek

Het enige dat de mensheid zal verlossen is samenwerking.
Bertrand Russell

Leven is een van de zeldzaamste dingen in de wereld. De meeste mensen bestaan, meer niet.
Oscar Wilde

 

Prof. Pels: ‘Ik ga even iets vertellen over hoe dit boek in elkaar zit en ik hoop je daarin te kunnen meenemen. Ik weet dat je geen hoge pet ophebt van de wetenschappelijke methode (ik richt me hier tot meneer Luis) en dat je het regelmatig hebt over een variëteit aan samenzweringstheorieën, die hele simpele oplossingen bieden voor de toestand van de wereld. Maar als iets te eenvoudig lijkt om waar te zijn, dan is het meestal ook zo. Bovendien: exceptionele beweringen vragen om exceptioneel bewijs (dank je wel Carl Sagan), dus het kan geen kwaad om onszelf beter te informeren, bijvoorbeeld door het stellen van meer indringende open vragen, maar vooral door ons meer wetenschappelijk op te stellen zodra we worden geconfronteerd met extreem vergezochte constructies en complotten.

We leven in een tijd waarin het belangrijker is dan ooit om te weten wie we zijn, waar we staan en wat we willen. Het gevolg van het niet beantwoorden van die existentiële levensvragen is, logischerwijs, dat we geen onderlinge expliciete overeenstemming kunnen bereiken over waar we met zijn allen naartóe willen. Dat maakt ons in zekere zin blind voor onze toekomst en alhoewel niemand de toekomst kan voorspellen – en dat is maar goed ook – zijn er aan het begin van de eenentwintigste eeuw wel degelijk een aantal richtingen die steeds waarschijnlijker worden: technologie, robotologie, kunstmatige intelligentie, pandemieën, klimaatverandering (Harari, 2019). Tegelijkertijd zijn er een aantal richtingen die praktisch uitgesloten kunnen worden: een conventionele wereldoorlog, acute mondiale bevolkingskrimp, warp-aandrijving, macroscopische teleportatie en tevreden zijn met het weer (al weet je het maar nooit).

Met ‘we’ bedoel ik in deze context ‘iedereen’: alle acht miljard individuen op deze planeet. Alhoewel niemand de pretentie zou moeten hebben om voor de complete wereldbevolking te spreken, ga ik het wel degelijk proberen. Want dit boek gáát over wie we zijn, waar we staan, wat we willen én waar we heen gaan. Het komt me zo voor dat iedereen dat aangaat. Open vragen stellen – waarom, wie, wat, hoe, waar, hoeveel, wanneer – is niet alleen belangrijk op individueel niveau, maar op élk niveau van menselijke samenwerking, dat wil zeggen, langs íedere laag van de verwantschapscirkel. Deze open vragen moeten we met een welhaast meedogenloze voortvarendheid blijven stellen om elkaar alert te houden.’

Dhr. Luis: ‘Dat ben ik met je eens. Ik stel ook voortdurend vragen over van alles en nog wat en als de antwoorden me niet bevallen, dan heb ik mogelijkheden genoeg om iemand uit zijn balans te brengen. Wetenschappertjes zoals jij op stang jagen, ik doe niets liever.’

Prof. Pels: ‘Ik ga even verder. Onze dagelijkse informatieoverload, met een toenemende hoeveelheid fake news, belemmert ons, vooral als we ingewikkelde zaken moeten bespreken of de nuance aan willen brengen in complexe materie. Het helpt ook niet dat er een anti-intellectuele impuls in de samenleving gaande is, die stelt dat ‘wetenschap ook maar een mening is’. Het is welhaast onmogelijk om uit te leggen hoe stupide dat is. We moeten ons met alle macht en kracht verzetten tegen dergelijke onwetendheid en onnozelheid, maar dat wil nog niet zeggen dat we de capaciteit om nieuwsgierige vragen te stellen hebben verloren of dat ons intellectuele vermogen is verdampt. Ze wordt hoogstens afgedekt door een zware, klamme deken die ons rationeel discours hindert. Het is een deken die we zo snel mogelijk van ons af moeten werpen.’

Dhr. Luis: ‘Aha, ik begin het al een beetje te begrijpen. Jij bent vast zo iemand die constant met feiten smijt, met bewijsmateriaal komt, ingewikkelde grafieken laat zien en voortdurend bezig is met het debunken van complottheorieën. Geen wonder dat we zo’n hekel aan jullie hebben. Altijd het laatste woord…’

Prof. Pels: ‘Ik denk dat we als basis moeten nemen dat iedereen alles mag beweren over van alles. Zeker als je je uitdrukt als “Ik geloof persoonlijk dat…” Ieders eigen geloof of subjectieve beleving is heilig. Maar als uitspraken beginnen met “Het ís zo…” of “Het kán gewoon niet anders dat…”, dan is het juist goed om kritische vragen te stellen: Hoe weet je dat? Wat zijn je bronnen? Hoe is het onderbouwd? Daar worden we allemaal slimmer van.’

Dhr. Luis: ‘Mmm. We zullen zien.’

Literatuurlijst en hypotheses

Prof. Pels: ‘In dit boek maak ik geen gebruik van voetnoten en doe ik beperkt aan directe bronverwijzingen in de tekst; mijn referentiebronnen staan voornamelijk in de literatuurlijst achterin. Daar vind je de verwijzing naar de populairwetenschappelijke boeken die zijn gepubliceerd op een scala aan (gedrags)wetenschappen: sociale en cognitieve psychologie, evolutionaire biologie, neurobiologie, antropologie, geologie, ecologie, meteorologie, klimatologie, futurologie en kosmologie. Ieder van die boeken verwijst ook weer naar een scala van boeken, artikelen, weblogs, video’s, wetenschappelijke onderzoeken en andere referentiebronnen. Mijn kennis (en mijn onderzoek voor dit boek) heeft daar zijn basis en ze zijn stuk voor stuk het lezen meer dan waard.’

Dhr. Luis: ‘Dat is toch veel te véél! Daar heb ik toch allemaal geen tijd voor!’

Prof. Pels: ‘Dat verklaart een hoop, maar we komen er nog uitgebreid op terug. In De mens als grens lanceer ik namelijk een aantal frontaal confronterende hypotheses om de zaak bewust op de spits te drijven, maar ik voorzie ze zo veel mogelijk van bewijsmateriaal. Dit geeft je niet alleen stof tot nadenken, maar het zal je wellicht tot conclusies voeren die je van jezelf niet had verwacht. Of misschien leidt het wel tot het doorbreken van je eigen gewoontes. Dat is voor mij als auteur het hoogste streven.

Ik bespreek dus niet alleen de kenmerken van een hoogvolwassen organisatie in relatie tot hard skills en soft skills. Door daarnaast een verband te leggen tussen ons samenwerkingsgedrag en de impact op flora, fauna, milieu en klimaat, wil ik jou als lezer in de gelegenheid stellen zélf te ontdekken wat de inzichten in dit boek betekenen voor onze toekomst op deze planeet. De hypotheses zijn dus bedoeld om je te prikkelen, misschien zelfs wel om je uit te dagen, maar altijd om je te stimuleren een eigen mening te vormen, maar dan wel met de wetenschappelijke methode als basis én als centraal uitgangspunt. Daarom zal ik je dan ook geregeld vragen stellen als “wat denk jij?” of “wat vind jij?’’’

Dhr. Luis: ‘En ik zal ze beantwoorden. Daarvoor ben ik hier.’

Prof. Pels: ‘Goed. Om je een idee te geven van die frontaal confronterende hypotheses geef ik je ze hier alvast als cliffhangers:

1 – Als individueel mens gedragen we ons nog steeds als sociale groepsprimaat en jager-verzamelaar, want zo heeft de evolutie ons dna respectievelijk ons brein geprogrammeerd. Dit gedrag zal zich, gemiddeld genomen, in fundamentele en praktische zin, onveranderd vermenigvuldigen naar ieder groter samenwerkingsverband: van individu naar groep naar samenleving naar suprasysteem.

2 – Binnen onze kleine groepen delen, versterken en vermenigvuldigen we elk menselijk sentiment. In een negatief-kritische context kunnen sociale groepsprimaten, onder normale omstandigheden, niet van buitenaf door gezag, hiërarchie of opgedrongen educatie worden beïnvloed. De verandering moet bij voorkeur door de eigen groepsleden van binnenuit worden geïnitieerd.

3 – De grote groep, de samenleving en het suprasysteem zijn een illusie. Het zijn door wetten, regels en afspraken bij elkaar gehouden conglomeraten van overlappende, elkaar wederzijds beïnvloedende cellen: de kleine groepen. Die cellen zitten vol met internationaal samenwerkende, maar ook supralokaal georiënteerde, kortzichtige, zelfzuchtige en eenkennige sociale groepsprimaten.

4 – Het gedragsverschijnsel organisatorische volwassenheid (voor individu en groep) en beschavingsvolwassenheid (voor samenleving en suprasysteem) is, gemiddeld genomen, generiek en identiek. Het beperkt zich dus niet tot de groei naar volwassenheid van een individueel mens, maar manifesteert zich als een universeel verschijnsel voor alle soorten samenwerkingsverbanden en uiteindelijk voor de complete menselijke beschaving.

5 – Alle vooruitgang van de moderne mens is te beschouwen als bijkomend voordeel, schijnprofijt en nevenbaat; het tegenovergestelde van bijkomende schade, additioneel kwaad en nevenleed. De primaire doelen van de mens zijn níet gericht op het bereiken van een gelijk niveau van welzijn, welbevinden en welvaart voor iedereen. Sterker nog: onze primaire doelstellingen zijn hieraan tegengesteld.

Voel je vooral uitgedaagd door deze stellingen, beledigd misschien wel, of een beetje verontwaardigd. Misschien vind je zelfs wel, zoals een van de lezers van het manuscript van dit boek verzuchtte, dat ik behoorlijk wat klaag over de toestand in de wereld in het algemeen en die van de groepsprimaat mens in het bijzonder. Dat mag je gerust vinden en het is niet eens geheel onwaar. We verdíenen het namelijk om beklaagd te worden, want we maken er met zijn allen een flinke puinhoop van. Ik ga echter ook mijn uiterste best doen om de hypotheses te onderbouwen en er oplossingen of oplossingsrichtingen bij te leveren, zoals een goed anti-klager behoort te doen (en waartoe deze lezer blijkbaar niet in staat was). Alleen maar klagen zonder er een oplossing bij te bedenken, draagt in belangrijke mate bij aan het vergroten van onze problemen. En dat geldt voor ieder mens, overal op deze planeet.

De wetenschappelijke methode

Los van de mogelijke oplossingen van onze grote problemen hoop ik van harte dat jij jouw bijdrage gaat leveren aan het falsifiëren van deze hypotheses. Dat is een van de belangrijkste aspecten van de wetenschappelijke methode, naast het doen van onderzoek, het observeren, experimenteren en het verzamelen van feiten, het organiseren van bewijsmateriaal, de statistische analyse en de peerreview (Cowles, 2020. Gimbel, 2011). Met het falsifiëren van je theorie stel je jezelf een aantal bijzonder confronterende vragen:

– Wanneer heb ik ongelijk?
– Wat zou mijn stelling ontkrachten?
– Welke kennis en informatie zou mij van mening doen veranderen?
– Wat moet er gebeuren om mijn theorie omver te werpen?

De wetenschappelijke methode is het beste dat we hebben om te komen tot een werkbaar model van de waargenomen werkelijkheid. Gedegen wetenschappelijk onderzoek is immers eerlijk, zorgvuldig, betrouwbaar, controleerbaar, onpartijdig, onafhankelijk en verantwoordelijk. Ik had De mens als grens dan ook niet kunnen schrijven zonder mijn onwrikbare overtuiging dat de wetenschappelijke methode de enige manier is om tot een vorm van objectieve waarheid en werkelijkheid te komen. En dat de wetenschappelijke gemeenschap daarvoor moet zorgen. Zonder de kracht van de wetenschap zou onze perceptie van de wereld om ons heen verwrongen en vervuild worden door fake news en fake facts, kwakzalverij, pseudowetenschap, polarisatie en paranoia.’

Dhr. Luis: ‘Ja ja, de wetenschappelijke methode, ik zie dat je dat heel belangrijk vindt. Maar wetenschappers zitten er ook wel eens naast, hè? Zij weten ook niet alles en maken er ook wel eens een puinhoop van.’

Prof. Pels: ‘Dat klopt. De wetenschap wordt bedreven door mensen. De wetenschappelijke methode is uitgevonden door mensen. De wetenschappelijke gemeenschap bestáát uit mensen. Mensen zijn feilbaar. Maar het is nu juist de methode zélf die de uitwassen uitfiltert, die fouten corrigeert en die wetenschappers dwingt om hun meningen te herzien en hun theorieën en hypotheses te herschrijven, als blijkt dat ze niet kloppen of niet vol te houden zijn. Dát is de kracht van de wetenschap en dat zie je aanhangers van complottheorieën of van dogmatische religie nu juist niet doen. Als iets niet waar blijkt te zijn, of schaamteloos is verzonnen, dan leidt dat niet tot een aanpassing van de theorie of het geloofsstelsel. Dat is antiwetenschappelijk.’

Dhr. Luis: ‘Vind jij, vind ik niet. Dat is gewoon jouw mening, niet de mijne. Ik zou willen zeggen: let’s agree to disagree.’

Prof. Pels: ‘Dat was knap van je. Dat waren drie discussiedooddoeners achter elkaar en we zijn nog niet eens de inleiding voorbij. Dat belooft nog wat.’

Dhr. Luis: ‘O, reken maar van yes!’

Prof. Pels: ‘Tot slot van deze inleiding: in dit boek probeer ik ver boven de belevingswereld van een individueel exemplaar van de soort Homo sapiens uit te stijgen, zonder het individu daarin te verliezen. Het is als het ware een parasol, waar de paraplu’s van de problemen van individu, groep en samenleving aan de baleinpunten hangen, terwijl de gehele parasol de overkoepelende oplossing symboliseert: het behoud van het ecologische suprasysteem ten gunste van het voortbestaan van de menselijke soort. Ik probeer zo veel mogelijk gevolgen van ons collectieve gedrag, op alle niveaus van de verwantschapscirkel, voor ons op een rijtje te zetten, maar wel zodanig dat we niet verdwalen in een onoverzichtelijk woud van wetenschappelijke kennis en informatie.

Bedenk: als, in het uiterste geval, de teloorgang van onze ecologie en de instorting van onze infrastructuur door ons collectieve groei-economische gedrag wordt veroorzaakt, dan kan die beweging alleen door een nóg sterkere collectieve, anti-economische tegenbeweging worden gestopt. Die collectieve inspanning begint echter altijd bij het individu, dat wil zeggen, bij jou.’

Dhr. Luis: ‘Bij mij?’

Prof. Pels: ‘Jazeker. En bij mij. Maar ik adresseer hier natuurlijk ook de geachte lezer. Want je dacht toch niet dat wij hier in splendid isolation met elkaar zitten te discussiëren, hè? De tribunes om ons heen zitten vol met mensen die ons gesprek op de voet volgen.’

Dhr. Luis: ‘Van mij mogen ze, ik heb niets te verbergen.’

Prof. Pels: ‘Hoe het ook zij: veel plezier, succes en sterkte bij het ontrafelen van de dilemma’s, barrières en paradoxen in dit boek. Probeer niet te vergeten dat jij een prachtig, uniek exemplaar van de soort Homo sapiens bent. Maar alles wat je doet veroorzaakt rimpelingen en echo’s in de sociale groepen waar je deel van uitmaakt en verspreidt zich langs de lagen van de verwantschapscirkel naar buiten. Uiteindelijk zijn we allemaal onderdeel van dat collectief en dragen we elk op unieke wijze bij aan de overleving van de menselijke soort.’

Dhr. Luis: ‘Mooi gezegd. Maar ik voel me vooralsnog niet aangesproken. Ik ben benieuwd met wat voor onzin je nog meer gaat komen.’

PS. Stel je voor dat je uiteindelijk alles hebt geprobeerd, hemel en aarde hebt bewogen, je ziel en zaligheid hebt gegeven, overal bent geweest en iedereen hebt gesproken om jouw persoonlijke bijdrage te leveren aan een beter leven, een betere wereld en een hoopvollere toekomst. Je valt moe en wellicht enigszins gefrustreerd terug in je leunstoel omdat het toch allemaal geen sinecure blijkt te zijn en mensen nou eenmaal mensen zijn. Dan zul je wellicht in de glorie komen te verkeren van een van de moeilijkste, maar uiteindelijk meest bevredigende sentimenten van verandering: innerlijke berusting en aanvaarding. 

Bart Flos, oktober 2022